Zullen we vriendjes zijn?

IJskoude voeten, dik vest aan, laptop op schoot, op de bank, televisie aan op NPO1. Vanuit mijn ogen volg ik wat er gebeurt op tv, terwijl ik ondertussen aan het werk ben. Plots klinkt er luid applaus. Ik zie iemand met tranen in zijn ogen in zijn handen klappen. “Een moment om kippenvel van te krijgen”, noemt de commentator het. En diep van binnen maakt mijn hart een klein sprongetje.

Het is 9 februari. De opening van de Olympische Winterspelen in Zuid-Korea. Een enorme groep sporters komt het stadion in Pyeongchang binnengelopen. Twee mensen vooraan in de groep zwaaien met een enorme vlag. Noord- én Zuid-Korea samen. Het voelt als iets bijzonders, iets unieks.

Misschien is het wel naïef. Misschien is de gezamenlijke entree van Noord- en Zuid-Korea veel nietszeggender dan het op dit moment lijkt. Misschien is het realistischer om te zeggen dat het niets betekent, dat het alleen voor de gelegenheid is, dat ze met één druk op de knop een derdewereldoorlog kunnen ontketenen.

Maar voor dit moment maakt dat niet uit. Een enorme groep sporters, die hard werkt om het hoogste doel te behalen en die vol vertrouwen een groots en meeslepend stadion betreedt. Het is mooi. Het is bijzonder. Want samen is veel leuker. Samen is écht veel leuker.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.