“Ik ben eenendertig en heb dertig jaar diabetes”, vertelt de man vooraan de zaal. Sportief type, getrouwd en diabeet. Geroezemoes rommelt door de zaal. “Hij weet dus eigenlijk niet beter”, hoor ik twee rijen voor me. Nee. Als je vanaf je eerste jaar diabetes hebt, ben je weinig anders gewend. Je weet niet beter. Dat zal het dan ook wel makkelijker maken…“Ik weet niet beter.” verder lezen
“Wie van jullie hier heeft diabetes? Of een kind, ander familielid, vriend of vriendin met diabetes?” Als een geregisseerde wave gaan alle handen in de zaal omhoog. Joh. Een diabetes-informatieavond. Ik kijk om me heen en wordt er weer even aan herinnerd: er zijn er meer van deze soort.“Ik ben mens.” verder lezen
Vanuit de vrachtwagen die rechts naast ons rijdt, zie ik de chauffeur met een schuin oog naar beneden kijken. Ja, ik weet dat het er niet normaal uitziet. Maar serieus: kijk gewoon even de andere kant op en bemoei je met je eigen zaken. Laat me. Laat me gewoon even mijn ding doen.“Suus aan de sensor: je doet soms gekke dingen.” verder lezen
Pfff… Zo. De eerste week zit erop. De neiging om die sensor in de prullenbak te smijten, mijn insulinepomp van mijn lijf te trekken en gewoon in bed te blijven liggen met de gordijnen dicht, heb ik weten te onderdrukken. De sensor zit nog steeds, de insuline stroomt soepel mijn lijf binnen en ik zit achter mijn laptop dit verhaaltje te typen. So far, so good.“Suus aan de sensor: slapeloze nachten.” verder lezen