“Ik was zo enthousiast dat ik de arts er ook even bij gehaald heb.” Mijn diabetesverpleegkundige zit tegenover me te stralen als een zonnetje op een zomerse dag. Ik had een goed gevoel, maar de woorden “dit succesje wilde ik vieren met de anderen van het medisch team” had ik niet aan zien komen. een warm gevoel maakt zich meester van mij. Ik kan het wel. Eindelijk kan ik het. na jaren kan ik een goede diabeet zijn.
Drie maanden geleden begon de reis. De reis naar het onbekende, hopelijk betere. Zonder verwachtingen maar met een vrachtwagenlading aan goede hoop, begon ik met de sensor. Maar dat het na drie maanden zo onwijs goed zou gaan, had ik in mijn stoutste dromen niet kunnen zien.
Na zes jaar zit ik weer in het groene gebied. Zes jaar lang zat ik diep in het rood, zonder reserves, zonder positief geluid. Keer op keer dat “het moet beter”, “het kan beter”, “het gaat slecht” en “doe er iets aan”. Een schril contrast met het onverwachte, laaiende enthousiasme van de diabetesverpleegkundige die me normaal een stuk chagrijniger en zuurder aanstaart vanachter haar bureau.
De witte muren in het kamertje krijgen alle kleuren van de regenboog. Mijn hoofd explodeert van geluk. Beter dan dit kan niet. Een HbA1c van 7,4. Ik ga even in het zonnetje buiten rondspringen en dansjes doen van enthousiasme. Doei!