Voetbalwedstrijden, dagjes uit, concerten, fietstochten, raadsvergaderingen, buurtbijeenkomsten. De sneeuw zorgde afgelopen weekend voor veel problemen. De ene na de andere activiteit werd afgelast. Maar het grootste probleem: de verwarring over al die Nederlanders die dingen af moesten lassen. Want, wat ik dit weekend ontdekte, was dat dat dus vaak een taalfout is.
“Ja, we moeten vanavond maar even aflassen.” “Oh, slim! Mijn vader had het gisteren ook al afgelast.” “Las jij het vanavond maar even af.” Het was me werkelijk nog nooit opgevallen dat ‘aflassen’ niet helemaal juist is volgens de Nederlandse standaardtaal. Totdat ik er plots op werd gewezen door onderstaande tweet in mijn tijdlijn:
Nog 1 keer, nooit meer vergeten: het is ‘afgelasten’ en je gelast dus iets af. Behalve bij het voltooien van laswerk én als het voetbal niet doorgaat: dan is het ‘aflassen’.
— Thomas Hogeling (@ThomasHogeling) December 10, 2017
Dus. Ook een taalfanaticus als ik weet niet alles. Maar vanaf vandaag ga ik mijn best doen ‘afgelasten’ meer bekendheid te geven. Nu je dit leest, weet je het dus ook: afgelasten. En als je dan met je creatieve buurtclubje het frame van de nieuwe straatfiets wil maken of de bril van je buurman grondig moet repareren, dan kan je zeggen: ik las het even af.