Gewoon Taal dus: dank je wel.

Soms komt er plots een vraag in me op. Iets wat ik al jaren op dezelfde manier doe, nooit anders heb gedaan en altijd precies hetzelfde schrijf. Een woord zoals ‘dankjewel’. Tot het moment dat ik me ineens afvraag of dat wel klopt. Dankjewel? Of dank je wel? Ik kan me voorstellen dat je er nog nooit over nagedacht hebt, maar als zoiets in mijn hoofd zit, heb ik een minuut later uitgezocht hoe het zit. Dat ik iets niet zeker weet, kan ik maar slecht hebben…

“Maar wat is dan juist?” hoor ik je denken, als je nog niet afgehaakt bent. Nou, ik zal het je vertellen. Dankjewel, aan elkaar geschreven, is juist. Maar dank je wel, los van elkaar ook. Dat is het makkelijke van de Nederlandse taal: alles mag in veel gevallen.

Het ligt natuurlijk wel iets gecompliceerder. Zo kan je ‘dankjewel’ gebruiken als zelfstandig naamwoord.

                “Hij zwaaide haar uit met een gemeend dankjewel.”

In dat geval schrijf je het altijd aan elkaar. Maar de situatie waarin alles mogelijk is, is als het als een zin gebruikt wordt.

“Wat fijn dat je me geholpen hebt. Dankjewel!”

Dankjewel is door de jaren heen aan elkaar vastgegroeid. Het komt van ‘ik dank je wel’ en van oudsher zou je dus ‘dank je wel’ moeten schrijven in plaats van ‘dankjewel’. Maar als Nederlands volkje zijn we enorm flexibel en gaan we vaak mee met de meest gangbare vormen. Met de tijd zijn de spaties uit dankjewel verdwenen als sneeuw voor de zon.

Gelukkig schijnt in Nederland de zon niet altijd en dus is er de mogelijk om zowel ‘dankjewel’ als ‘dank je wel’ te schrijven. De versie met spaties heeft een formeler, netter imago. ‘Dankjewel’ wordt vaker gebruikt in spreektaal, oftewel whatsapp-taal. Veel taal-organisaties kiezen voor de spaties, maar maak vooral je eigen keuze. Mijn voorkeur?

Dank je wel.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.